Johannes Liechtenauer, was hij Wodan’s man?

Hierboven zien wij een afbeelding van het zogenaamde Vindilev Bracteaat.

Het Vindilev Bracteaat is een stuk juweelwerk dat gevonden is in Denenmarken en gedateerd wordt uit de 4e tot de 6e eeuw van onze jaartelling. Het toont een man, zittend op een paard met, in oud-futhark runen tekens geschreven, de tekst:

“Iz Wodnaz Weraz” – wat in modern Nederlands betekent “Hij is Wodan’s man!”.

De afgebeelde man in kwestie is helaas nooit geïdentificeerd maar er wordt aangenomen dat het een lokale krijgsheer portretteert die vermoedelijk dan ook de lokale cultus leider was van zijn groep, stam of koninkrijk.

Wat wel duidelijk is vanuit deze interpretatie is dat mensen uit het verleden soms werden gezien in de geest van de Goden. Alsof zij enigszins karaktereigenschappen belichamen die met een of meerdere Goden worden geassocieerd.

Binnen in de wat recentere geschiedenis heb ik een man gevonden die mij ook sterk deed denken aan Wodan en deze man heb ik gevonden tijdens mijn reis door het leren van het Duitse langzwaard vechten.

Deze traditie van het Duitse langzwaard vechten beleeft een heropleving door middel van de  hedendaagse H.E.M.A. sport – Historical European Martial Arts. Deze sport beoefen ik al een aantal jaren en de grondlegger van deze vechtkunst heeft met zijn leerlingen werken achtergelaten in laatmiddeleeuwse manuscripten waar vanuit een moderne zwaardvechtsport is ontstaan.

En de naam van deze man was Johannes Liechtenauer.
Wie was deze man?

Johannes Liechtenauer was een Duits zwaardvechtmeester die actief was in de late middeleeuwen, zo rond het begin van de 15e eeuw. Over hem is rechtstreeks vrij weinig bekend en mede daardoor wordt hij soms als mythisch figuur gezien.

Wat we echter opmaken uit de overblijfselen die we wel hebben is dat hij in zijn leven reisde door alle landen van het Heilige Roomse Rijk om de Duitse zwaardvechtkunst en diens variaties te leren kennen. Met deze kennis in zijn hoofd leerde hij deze kunst door aan zijn leerlingen die een genootschap vormden genaamd Der Gezelschaft Liechtenauers.

In zijn leer heeft hij een gedicht geschreven genaamd Der Zettel waarin hij in rijmvorm aan zijn volgelingen de kunst van het zwaardvechten, vechten te paard & harnas-vechten doorgeeft. Zijn genootschap interpreteerde dit gedicht op hun eigen manier en gaf hun eigen vorm gebaseerd op deze leer weer door aan hun eigen leerlingen. Meestal rijke mannen, soms van adellijke komaf.

Dit genootschap was een gesloten gemeenschap van kundige en rijke mannen die het zwaard en diens nuances vakkundig wilden leren kennen. Het waren dus mannen van de strijdvaardige bovenklasse die enige vorm van ingewijde kennis hebben gehad.

We weten dat de zwaardvechtvorm vanuit Der Zettel de uitzondering vormde over het huis-tuin-en-kasteel vechten van toentertijd. De hele vorm is juist bedacht om daarop een vakkundig antwoord te bieden, wat doet vermoeden tot enige geheime kennis binnen dit genootschap.

Over Johannes Liechtenauer kan dus het volgende gezegd worden:

  1. Hij was wijsheid zoeker
  2. Hij was een reiziger
  3. Hij was een man die zijn leven wijdde aan de strijdkunst
  4. Hij was een kundig dichter
  5. Hij was de bron van het starten van een bond van mannen die deze strijdkunst verder doorontwikkelen.
  6. Er zijn nauwelijks bewijsstukken gevonden van zijn daadwerkelijke bestaan en wordt door sommigen zelfs gezien als mythisch figuur.

Nu we dit op een rijtje hebben gezet voor onze Duitse zwaardvechtmeester is het interessant om te gaan kijken naar de Germaanse oppergod Wodan om de parallellen te vinden.

In de mythes die we voornamelijk kennen vanuit de Noord-Germaanse Edda gedichten kennen we Wodan als een God die altijd op zoek is naar meer wijsheid. Die reist door de negen werelden, vaak vermomd als een zwerver, om deze wijsheid te verkrijgen en bereid is daar veel offers voor te geven.

Ook weten we dat Wodan als hoofdzakelijke God een rol speelde in oude Germaanse mannenbonden die zich met strijd en oorlog bezig hielden. Daar zien we gesloten groepen van mannen die zich onder begeleiding van een wijze leraar bezighielden met de strijd en de oorlog en vermoedelijk ingewijde kennis bezaten.

Verder lezen we in de Edda over Wodan die de mede van poëzie steelt van de reuzen en deze schenkt aan zijn andere Goden en aan sommige mensen. Dit geeft deze mensen een rijm talent waardoor ze goed kunnen dichten. Dichtkunst is daarin een associatie met deze specifieke God.

Taalgebruik in het algemeen is een kunst die Wodan heeft belichaamd, zoals zijn zelfopoffering aan Yggdrasil duidelijk laat zien waardoor hij de magische kunst van het runenschrift tot zich bemachtigt.

In de Edda lezen wij dat hij, na deze beproeving, een leven leidde waarin zijn woord hem leidde van woord naar woord en zijn daden leidde van daad tot daad.

Een zeer beweeglijke Godheid dus.

Ook hier zien we weer een wijsheid zoeker, reiziger, iemand die met strijdkunst wordt geassocieerd, iemand die met dichtkunst wordt begrepen, wijze leraar en hoeder van gesloten krijgers gemeenschappen en iemand die wordt gezien – op z’n minst – als mythisch figuur.

En als dat nog niet genoeg is, bekijk dan deze afbeelding van Johannnes Liechtenauer eens goed:

Daarin vinden wij een aantal karakteristieke uiterlijke eigenschappen die eveneens parallellen hebben met elkaar:

  • We zien een verouderde man met een volle grijze baard.
  • De man in kwestie draagt iets wat op zwerverskleren lijkt.
  • De man mist zijn linker oog.

Zeker dat laatste punt vinden we bij Wodan terug in de Edda gedichten, waarin hij zijn linkeroog offert aan de reus genaamd “De Mijmeraar” om ultieme kennis en wijsheid te bemachtigen voor het uitvoeren van zijn rol als Koning der Goden.

Al-met-al vind ik dit fascinerende parallellen tussen beide figuren uit de geschiedenis.

Dus, in hoeverre is Liechtenauer dan gekoppeld aan Wodan?

Anderzijds dat zijn leven aspecten heeft belichaamd die we associëren met Wodan kunnen we verder niets zinnigs zeggen over deze vermeende koppeling. Ikzelf vind het aannemelijk dat Johannes Liechtenauer per toeval eigenschappen belichaamde die we hedendaags kunnen vereenzelvigen met Wodan.

Of hij zelf bekend was met de oud-Germaanse religie is mij niet bekend en ik geloof dan zelf ook niet dat hij bewust deze eigenschappen ter ere van Wodan belichaamde.

Het Heilige Roomse Rijk was immers Katholiek.
Dus enige vorm van Germaanse Godenverering was destijds al honderden jaren uit de mode, en door de kerk sterk verboden. Het is daarom niet aannemelijk dat Johannes Liechtenauer er bewust voor koos om Wodan-achtige handelingen te verrichten in zijn leven. De situatie neigt naar enige mate van historisch toeval.

De afbeelding met een missend oog is echter een fascinerend facet, maar wellicht heeft het simpelweg niet diezelfde reden gehad. Misschien is een oogstuk, of een fout in de afbeelding? Wie zal het zeggen.

Wat we echter wel kunnen zeggen is dat we een man in de geschiedenis hebben gevonden die qua invloed op de geschiedenis van het West-Germaanse taalgebied zeer zeker een Wodan-achtige impressie op die geschiedenis heeft achtergelaten.

Als binder van de Duitse langzwaard vechtkunst, grondlegger van de Gezelschap der Liechtenauer en boeiend dichter der Germaanse taal zijn Wodan’s facetten in zijn leven duidelijk te bemerken.

Of hij dat nou zo bedoeld had of niet.

En mede daarom kunnen we denk ik wel, met een knipoog, zeggen:
Johannes Liechtenauer, hij was Wodan’s man! 😉