Helderheid van de Hávamál – II

Nederigheid in het onbekende

De Hávamál, letterlijk vertaald het Lied van de Hoge, wordt door menig Heiden als een heilige tekst gezien. De Hoge in dit lied is Wodan, hierin Odin genoemd vanwege de Noord-Germaanse oorsprong, en is een bonte collectie aan vele wijsheden waarmee een leven kan worden geleefd.

Volgens de overleveringen worden deze teksten gezien als de letterlijke woorden van Odin. Of dat echt klopt is onmogelijk te valideren desalniettemin zal ik pogen om deze verzen te duiden en ze in een zo moderne mogelijke context te zetten.

Hopelijk heb je er wat aan!

In dit bericht wil ik stil staan bij deze vers:

Deze vers staat ook onderaan in deze website bij elke pagina. De betekenis van deze vers voor mij is dan ook van groot belang en dat duid ik graag in dit bericht.

Bescheidenheid in het aanzicht van het onbekende
Als er iets is wat het huidige tijdperk kenmerkt dan is het de kracht van de eigen overtuiging. Er wordt wel eens gesproken over dat “iedereen zijn eigen waarheid heeft”.

Je zou eventueel kunnen bemerken dat deze hele site in dat straatje valt. Dat mijn interesse in de Germaanse religie van de moderne tijd “mijn eigen waarheid” is.
Ondanks dat ikzelf altijd een hekel heb gehad aan dat cliché…

Maar wat Odin met deze vers naar mijn eigen mening wilt duidelijk maken is dat het niet uit maakt hoe slim we ooit denken te zijn, of dat we ooit denken dat we “het door hebben” of wat dan ook: Uiteindelijk heb je overal halve wijzen.

Wat dat betekent lijkt mij dat er altijd iets is wat men niet weet. Ook al denken we zo ontzettend ervaren te zijn, dingen hebben meegemaakt of goed geleerd te zijn. Niemand is alwetend en zou zich dan wellicht ook niet zo moeten opstellen.

Ik merk in mijn leven tal van mensen die geloven dat ze het allemaal wel weten. En misschien is het ook wel zo dat ze het, in ieder geval in sommige gevallen, echt beter weten, niet ieders wijsheid is gelijk aan gewicht uiteraard.

Maar uiteindelijk heb je dus overal halve wijzen en is er dus altijd wel iets wat zij niet weten. En zodoende zal er altijd wel iets zijn wat ik niet weet, en wat jij niet weet.

Misschien als men dat begint te erkennen over zichzelf kunnen we eerlijkere gesprekken voeren.

We zijn immers toch allemaal maar half wijs.

Wat denk jij?
Ik ben maar half wijs, net als jij.

Daarom vraag ik het mij af wat jij hier over denkt. Spreekt dit jou aan?
Spoort dit aan tot denken?

Hoe komt deze vers tot jou over?