Binnen het Heidendom kennen we een aantal belangrijke geschreven bronnen. Deze bronnen zijn onder andere de Poëtische & Proza Edda, of bijvoorbeeld Saxo Grammaticus’ Gesta Danorum (de Daden der Denen).
Over het algemeen zijn dit bronnen met een Scandinavische oorsprong. Deze beschrijven dus Heidense verhalen vanuit dat perspectief. Het zijn vaak ook, spijtig genoeg, de enige verhalen die nog overgebleven zijn vanuit de Heidense wereld.
De talen van deze werken werden vaak geschreven in het Oudnoords. Dat is een vroeg-middeleeuwse voorloper van de hedendaagse Scandinavische talen. Ondanks dat deze talen inmiddels niet zo makkelijk meer te vereenzelvigen zijn met het Nederlands zijn ze in haar oorsprong exact hetzelfde, namelijk: allemaal Germaanse talen.
Hoe zit dat precies? En wat heeft dat met het moderne Heidendom te maken?
Germaanse talen in het algemeen
Over het algemeen wordt er aangenomen dat de Germaanse talen vanuit een soort Oergermaans zijn ontstaan. Ook wel Proto-Germaans genoemd. Deze taal zou vanuit het huidige Denemarken en het noorden van het huidige Duitsland zijn ontstaan zo’n 4000 jaar geleden.
Vanuit die regio hebben de Germanen zichzelf verder verspreid in het huidige Scandinavië en het noorden van het Europees continent. Zij namen hun eigen taal natuurlijk mee. Dit leidde tot een verspreiding en een discrepantie tussen de Germaanse talen waardoor er aparte Germaanse taalgroepen ontstonden.
Deze taalgroepen zijn ingedeeld in de windrichtingen:
- Noord-Germaans
- West-Germaans
- Oost-Germaans
Er is verder geen erkenning aan specifieke Zuid-Germaanse taalgroepen gedaan.
Ondanks hun verschillen hebben al deze taalgroepen een gemeenschappelijke Proto-Germaanse oorsprong. Hieronder staat grofweg afgebeeld welke Europese gebieden één van deze Germaanse talen als moedertaal benutten:

Deze Germaanse taalgroepen zien we nu nog een beetje terug als op zichzelf staande dialect continua. Verlopen van streektalen die over landsgrenzen heen gaan, elkaar beïnvloeden en vaak aan de voet stonden van gestandaardiseerde talen.
Het is daarbij interessant om te kijken in hoeverre deze Germaanse taalgroepen nog ingedeeld worden tegenwoordig.
Dialect continua – ook voor Nederland
De Germaanse taalgroepen hebben zich dus over een groot deel van ons Europese gebied verspreid. Wat wij daarin tegenwoordig nog zien is dat er inmiddels een tweetal dialect continua bestaan. Deze dialect continua ebben in elkaar over.
Inmiddels zijn er ongeveer nog 2 Germaanse dialect continua over in Europa:
- Continentaal West-Germaans dialect continuüm
- Noord Germaans (Scandinavisch) dialect continuüm

Credit gaat naar Wikipedia gebruiker Ingwik voor dit toffe beeld hierboven!
De Nederlandse taal valt dus binnen in het West Germaanse dialect continuüm. Daarin vinden we, naar mijn mening dan, een prachtige diversiteit aan lokale streektalen waarvan wordt aangenomen dat deze een bepaalde Germaanse afkomst heeft.
Maar – wat hebben deze dialect continua nou eigenlijk te maken met het huidige Heidendom?
Modern Heidendom met Scandinavische bronnen?
In dit onderdeel vind je mijn persoonlijke mening over het moderne Heidendom.
Dit is geen heilige waarheid, maar wel een perspectief. Neem het met een korrel zout.
Voor mij is Heidendom een vorm van diepe culturele worteling. Dat betekent voor mij dat ik in aanraking kom met de kern van mijn wezen wat hoort bij mijn afkomst.
Dat betekent voor mij dat ik zo dicht mogelijk wil komen bij de spiritualiteit van mijn Germaanse voorouders. Maar omdat mijn Germaanse voorouders geen geschreven bronnen hebben overgeleverd in de Nederlanden ben ik gedwongen elders te zoeken naar kennis over, onder andere, de Germaanse Goden en Godinnen.

En Goden zij dank! In het verre noorden van de Germaanse taalwereld vinden wij toch nog geschriften die te maken hebben met de Germaanse Godenbegrippen. Op deze manier komen wij toch nog over hen te weten zodat we ze beter kunnen leren kennen.
Deze bronnen zijn dan niet door Heidenen zelf opgeschreven, maar bieden ons toch inzicht over de Germaanse Goden en Godinnen. Deze zijn wel vanuit een Noord-Germaans, hetzij Scandinavisch, perspectief opgeschreven en zijn dus per definitie geen Nederlandse Heidense bronnen.
Het zijn echter wel Germaanse bronnen.
Ik ben daarom van mening dat we de Scandinavische bronnen kunnen gebruiken om te leren over zij die vroeger met onze voorouders stonden en, maar mijn mening, nog steeds met ons staan.
Mits we wel erkennen dat veel geschreven informatie vanuit Scandinavisch perspectief is geschreven. Dat lijkt mij wel zo netjes.
